08 Jul Stinzenbeplanting
Voorjaarsbloeiers voor buitenplaatsen
In de gouden eeuw werden in nederland buitenplaatsen gesticht door vermogende particulieren die aan het drukke stadsleven wilden ontsnappen. Er werd een landhuis of herenboerderij gebouwd, compleet met parkachtige tuin en landerijen. Een stins is een fries woord voor landhuis of burcht, letterlijk een stenen huis. Het gewone volk leefde in houten huizen. Rond de stins werden bol, knol en wortelgewassen aangeplant met als reaultaat een bloemenzee in het voorjaar. De gewassen zijn gaan verwilderen en inmiddels behoren ze tot ons cultureel erfgoed en worden ze door de wet beschermd. De uitbundige voorjaarsbloeiers komen ook voor in pastorietuinen, op kerkhoven en stadswallen
Meestal gaat het om bos- en bosrandplanten die in midden-europa van nature voorkomen. Ze houden van een voedselrijke vochthoudende humeuze en kalkrijke bodem. Denk aan de hellingbossen van Zuid Limburg. Behalve bollen en knollen gaat het ook om enkele heesters en overblijvende kruidachtigen. Deze omstandigheden zijn van nature niet te verwachten op de meeste plekken in nederland. Om deze omstandigheden te bereiken werd de bodem op allerlei manieren voorzien van kalk en werd het bodemleven gestimuleerd.
Bekende soorten zijn Daslook, Herfsttijlloos, Vogelmelk, Sneeuwklokje en keizerskroon. Op basis van Stinzenplanten zijn veel cultivars gekweekt. Dat zijn dus geen echte Stinzenplanten en horen niet thuis op de oude landgoederen.
Als u in het gelukkige bezit bent van een bostuin of tuin aan de bosrand zijn er wellicht mogelijkheden om aan de slag te gaan met Stinzenplanten. Het vergt geduld en liefde voor tuinieren. Maar het resultaat is adembenemend en een investering voor de toekomst. Zeker als planten jaarlijks opgepakt en opnieuw uitgezet worden vermeerderen ze sneller en kunt ook u genieten van de vrolijke lentebloei.
Wilt u mooie Stinzenbeplantingen zien, kijk dan eens naar:
De eerste stap naar een mooi buitenleven begint bij Buro Buitenlust.